Door fijn stof in de lucht leven we gemiddeld een jaar korter

Als de lucht die wij Nederlanders inademen schoon zou zijn, zouden we gemiddeld 1 jaar langer leven. Dit gezondheidsverlies is vooral te wijten aan langdurige blootstelling aan fijn stof in de lucht. Naast langdurige blootstelling, leidt ook kortdurende blootstelling aan hoge piekniveau’s van fijn stof tot vroegtijdige sterfte.


Verschillende stoffen in de lucht zijn schadelijk voor de volksgezondheid, zoals koolmonoxide, fijn stof, ozon en vluchtige organische stoffen zoals PAK’s. Van deze stoffen is fijn stof veruit de belangrijkste ‘verdachte’. Fijn stof, ook wel PM10 genoemd, zijn feitelijk alle deeltjes in de lucht met een diameter kleiner dan 10 µm ( 1 µm is een 1/10 millimeter) of kleinder dan 2,5 (PM2,5). De kleinste deeltjes worden ook wel utltrafijn stof genoemd, oftewel PM0,1. Het betreft alle deeltjes kleiner dan 0,1 µm (zie ook het Dashboard Luchkwaliteit). De kleinere deeltjes kunnen dieper in de haarvaten van de longen binnendringen dan de grovere deeltjes.
De deeltjes binnen PM10 en PM2,5 kunnen sterk van elkaar verschillen. Zo bevat PM10 zeezout en zanddeeltjes maar ook roetdeeltjes afkomstig van verbrandingsprocessen.

Welke bestanddelen binnen de ‘container’ fijn stof nu precies schadelijk zijn voor de gezondheid is al lange tijd onderwerp van epidemiologisch en toxicologisch onderzoek. De focus komt in deze onderzoeken steeds meer te liggen op roetdeeltjes afkomstig van verbrandingsprocessen, waaronder ook verbrandingsmotoren. De roetdeeltjes kunnen leiden tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en luchtwegaandoeningen en een verhoogde kans om aan een van deze aandoeningen te sterven. Langs drukke verkeerswegen is de roetconcentraties gemiddeld een factor 2 hoger dan in de stadsachtergrond. Bij PM10 is de concentratie langs drukken verkeerswegen maar circa 20% hoger.

Vooral fijn stof door wegverkeer gevaarlijk
Dat meer en meer duidelijk wordt dat binnen de container fijn stof de roetdeeltjes het grootste kwaad aanrichten, betekent dat mensen die langs drukke wegen wonen, meer gezondheidsverlies ondervinden dan tot nu toe werd aangenomen. Mogelijk is het gezondheidsverlies door uitlaatgassen daar tot een factor 5 tot 10 hoger dan gemiddeld in Nederland. Het betekent ook dat maatregelen aan verkeer, zoals het schoner maken van verbrandingsmotoren, veel meer gezondheidswinst zullen opleveren dan eerder werd gedacht. Dit nieuwe inzicht vergroot waarschijnlijk het draagvlak voor verkeersmaatregelen.

Tussen 1985 en 2008 is de gemiddelde fijn stof concentratie sterk gedaald. Voor Rotterdam is berekend dat een Rotterdammer als gevolg van deze daling nu 1 jaar langer leeft (Molenaar en Krijgsheld, 2011).

Ook bij concentraties lager dan de normen treden gezondheidseffecten op
Om de volksgezondheid te verbeteren zijn in de Europese Unie normen van kracht die ervoor moeten zorgen dat de concentraties overal onder een bepaalde norm uit gaan komen. Voor NO2 geldt bijvoorbeeld een jaargemiddelde norm van 40 µg/m3vanaf het jaar 2015. Voor fijn stof (PM10) is vanaf 2011 een jaargemiddelde norm van 40 µg/m3 van kracht. Bovendien mag niet meer dan 35 dagen in het jaar de daggemiddelde PM10-concentratie hoger zijn dan 50 µg/m3. Voor PM2,5  geldt vanaf het jaar 2015 een jaargemiddelde norm van 25 µg/m3.

Het is echter niet zo dat wanneer de concentraties onder de norm liggen, er geen schadelijke gezondheidseffecten meer optreden. Voor fijn stof blijkt er geen ondergrens te zijn in de schadelijkheid, ofwel, zelfs bij zeer lage concentraties zijn er nog negatieve effecten op de gezondheid.

Voor NO2 geldt een heel ander verhaal. Het NO2 in de lucht is niet schadelijk voor de mens, maar draagt wel bij aan de vorming van ozon wat wel schadelijk is en aan stikstofdepositie, wat schadelijk is voor planten en dieren. Ook wordt NO2 gebruikt als indicator voor verkeersgerelateerde uitlaatgassen. Er is daarom ook voor NO2 een luchtkwaliteitsnorm.

Hoe hoog zijn de fijn-stofconcentraties op leefniveau?
Figuur 9 toont de gemiddelde PM10-concentratie waarin inwoners van Nederlandse gemeenten in 2011 werden blootgesteld. Opvallend is dat de blootstelling in de provincie Noord-Brabant structureel hoger is dan in andere delen van Nederland, met uitzondering van de Rotterdamse en Amsterdamse regio. De belangrijkste reden voor de verhoogde PM10-concentraties in Noord-Brabant is de intensieve veehouderij.

Figuur 9 Bevolkingsgewogen jaargemiddelde blootstelling aan PM10 in 2011 per gemeente (bron: Monitoringsrapportage NSL, RIVM 2010)


Zoals hiervoor al aangegeven, is PM10 een niet erg geschikte indicator om iets te zeggen over de effecten van bijvoorbeeld verkeer op de volksgezondheid. Figuur 10 toont de roetconcentraties voor de stad Rotterdam. Op deze kaart is duidelijk te zien dat de roetcontrentraties ook relatief ver van de autosnelweg nog steeds fors verhoogd zijn ten opzichte van de achtergrondconcentratie (meest lichtblauw).

Figuur 10 Concentraties van roet (EC) in Rotterdam (bron: RIVM, ECN, TNO, 2009) 


Voor een betere inschatting van de effecten van mobiliteit op de gezondheid, zou de bevolkingsgewogen blootstelling aan roet moeten worden berekend. Medio 2012 wordt dat mogelijk doordat RIVM de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar stelt.

Relevante websites en literatuur

-       Dashboard Luchtkwaliteit
-   Molenaar, R. en K. Krijgsheld (2011) Naar een roetmaat voor een gezonder
     luchtkwaliteitsbeleid, Tijdschrift Lucht, nummer 6, 18-20
-   Janssen et al. (2011) Roet als additionele indicator voor gezondheidsefecten van fijn stof, Tijdschrift Lucht, nummer 6, 8-12
-       Gezondheidseffecten van fijnstofconcentraties in het Rijnmondgebied (DCMR)
-       TNO/ECN/PBL/RIVM (2009) Traffic emissions of elemental carbon (EC) and organic carbon (OC)and their contribution to PM2.5 and PM10 urban background concentrations, TNO/ECN,
-       ‘Brommers zijn ultrafijn stofkanonnen’

Tidak ada komentar:

Posting Komentar